Amarcord (Federico Fellini, 1973)
Er was een tijd dat het woord felliniaans regelmatig langskwam. Het belichaamde archetypen als albino’s, dwergen, voluptueuze rondborstige dames, huichelachtige zwartrokken en valse pinguïn-nonnen. Het woord rariteitenkabinet was dan nooit ver weg. Maar ja, dat was ook een tijd waarin Fellini (misschien wel de bekendste Italiaanse regisseur ooit) nog een naam van betekenis was in de wereld, en mensen nog kaartjes kochten voor films in een andere taal dan Engels. U merkt het, hier spreekt iemand met weemoed over betere tijden, zwelgend in nostalgische gevoelens. Precies waar Federico Fellini ook door gedreven werd toen hij zijn jeugdherinneringen in het kuststadje Rimini verwerkte in Amarcord.
De film is een reeks losse, vaak hilarische, maar ook melancholieke sequenties: de dorpsgek, de witte pluisjes in de lente, de enorme borsten van de sigarettenverkoopster (die een onuitwisbare indruk maakten op mij als vroege puber) en natuurlijk de groteske verschijningen van Mussolini en zijn fascistische volgelingen. Fellini’s jeugd wordt herinnerd met veel gevoel voor pathos en Amarcord werd hét grote voorbeeld voor iedere filmmaker die iets met zijn jeugd wilde doen.
Wat Amarcord zo bijzonder maakte, was hoe persoonlijk en universeel het tegelijk is. Iedereen die opgroeide in een kleine gemeenschap herkent de roddels, de obsessies, de ontluikende seksualiteit en het verlangen naar een groter leven elders. Maar tegelijk is het een heel Italiaans verhaal, waar de katholieke kerk, het fascisme en de lokale folklore door elkaar heen krioelen.
De film won de Oscar voor Beste Buitenlandse Film, en werd een echte filmklassieker. Hij is kleurrijk, grotesk, chaotisch en toch diep menselijk.
Amarcord is een van de beste Europese films ooit en voor wie zich eraan overgeeft is het een feest van herinnering, fantasie en cinema zelf.
Licentie: hier
Trailer:hier
Groet!
Martin Koolhoven, xxx!